Policy paper: pleidooi voor open gesprek en regulering
Tijdens het slotsymposium van Drugs Monologen presenteerden de onderzoekers het policy paper “Van debat naar gesprek: historisch onderzoek pleit voor openheid rond drugsgebruik en regulering in plaats van breed verbod“. Hun conclusie: een open gesprek over drugs, zonder moreel oordeel, is cruciaal voor volksgezondheid, preventie en maatschappelijke cohesie. In het policy paper pleiten zij voor een integraal beleid voor alcohol, tabak en drugs, waarin ook drugs – per middel – gereguleerd worden in plaats van verboden. “De historie toont dat niet alleen drugs schadelijk kunnen zijn, maar ook de bestrijding ervan. Regulering is geen capitulatie, maar een voorwaarde voor volksgezondheid en preventie,” aldus Gemma Blok, hoogleraar Geschiedenis van Mentale Gezondheid en Cultuur aan de Open Universiteit. “Wie mensen die (wel eens) drugs gebruiken veroordeelt, bereikt ze niet goed.”
Historisch onderzoeksproject Drugs Monologen
Het policy paper is gebaseerd op interviews met en getuigenissen van ruim honderd mensen die sinds 1960 drugs gebruikten. Deze zijn verzameld in het kader van het onderzoeksproject Drugs Monologen (2023-2025) van de Open Universiteit en het Poppi Drugs Museum, gefinancierd door NWO. Het policy paper werd deze week aangeboden aan beleidsambtenaren van de ministeries van Volksgezondheid, Welzijn & Sport en Justitie & Veiligheid.
Van taboe naar inzicht
Het onderzoek laat zien hoe de geschiedenis van het Nederlandse drugsbeleid – van de pioniersjaren met cannabis en LSD, tot de heroïnecrisis en de opkomst van ecstasy – steeds schommelde tussen repressie en gedogen, en hoe gebruikers dat ervoeren. Een belangrijke conclusie: verbieden heeft gebruik niet verminderd, maar wel bijgedragen aan stigmatisering, onveiligheid en onwetendheid. Bespreekbaarheid en – waar nodig strenge – regulering lijken dan ook effectiever dan beleid gebaseerd op verbod.
Ervaringen uit zes decennia
De Drugs Monologen tonen dat middelengebruik niet altijd gaat om kicks of escapisme. Het kan onderdeel zijn van een verlangen naar vrijheid, verbondenheid of zelfinzicht. Van jongerencentra in de jaren 70 tot de festivalcultuur van nu speelden sociale, culturele en emotionele motieven een rol. Daarbij bleek dat alcohol een belangrijke “opstapdrug” was.
Aanbevelingen voor toekomstig beleid
Het policy paper doet vijf aanbevelingen voor een modern en mensgericht middelenbeleid:
1. Een open gesprek over drugs vermindert stigma en zorgmijding en voorkomt incidenten.
2. Benut ervaringskennis van middelengebruikers in beleid, zorg en preventie.
3. Integraal beleid voor alcohol, tabak en drugs sluit aan bij historisch gegroeide consumptiepraktijken en inzichten in de risico’s en schadelijkheid van diverse middelen.
4. Regulering boven verbod: reguleer zorgvuldig per middel.
5. Waak voor commerciële exploitatie, lerend van ervaringen met alcohol en tabak.