Drugs Monologen in Duitsland

Van 1 t/m 3 juli waren we met Drugs Monologen in Berlijn. We deden daar een bijzonder groepsinterview over drugsgebruik en uitgaanscultuur in de jaren rondom de Val van de Muur. We presenteerden Drugs Monologen aan collega-onderzoekers, en kregen door al die contacten een heleboel ideeën om op voort te bouwen.
Eenwording onder invloed
Voor onze week Berlijn werkten we intensief samen met sociaal wetenschapper Rüdiger Schmolke (Notdienst Berlin, Fachschule Potsdam) en historicus Stefan Höhne (Kulturwissenschaftliches Institut Essen), twee Duitse experts op het gebied van drugsgebruik en drugsgeschiedenis. Onder de titel “Unification under the influence” (Eenwording onder invloed) gaven we de week als thema mee hoe rond de Val van de Muur in 1989 ook de uitgaanscultuur in Berlijn veranderde en het drugsgebruik dat daarmee verbonden was. De roemruchte Berlijnse ravescene en technoclubs kwamen tot bloei in een sfeer van herwonnen vrijheid, maar aan deze Wende zaten ook zeer scherpe kanten, zoals sociale spanningen en de weerslag daarvan op de mentale gezondheid van mensen. Zoals altijd bij Drugs Monologen waren we benieuwd naar beide kanten van de medaille.

Rauwe tijden van weleer
Onze bijeenkomsten vonden plaats in het House of Music, gevestigd op een oud industrieterrein in het voormalige Oost-Berlijn dat tegenwoordig een uitgaanshotspot is. Ondanks de commercialisering die ook daar merkbaar oprukt, doet veel nog denken aan de rauwe tijden van weleer. Omdat Berlijn tijdens ons bezoek gebukt ging onder een hittegolf, verplaatsten we onze bijeenkomsten naar de avonden. Op de dinsdagavond ontmoetten we onze academische collega’s, aan wie we Drugs Monologen in alle facetten presenteerden en bespraken in de context van de Wende. Dat was niet alleen heel inspirerend, maar meteen ook een goede extra voorbereiding op het groepsinterview de volgende dag.
Omdat we niet wilden dat gebrekkigheden in ons Duits het groepsinterview zouden hinderen, en we van de deelnemers niet wilden vragen het in het Engels te doen, hadden we afgesproken dat Rüdiger de gespreksleiding op zich zou nemen. We hadden voor hem een lijst van gesprekspunten voorbereid die als basis diende. Om het gesprek op gang te brengen, had hij de deelnemers gevraagd foto’s en flyers van toen mee te nemen. Zelf had hij de nodige beeldresearch gedaan, en op de wanden van onze ruimte in het House of Music hele collages gemaakt die iedereen meteen in de sfeer van die jaren brachten. Ook hadden de deelnemers voorafgaand aan de bijeenkomst een eigen drugsmonoloog ingesproken op www.drugsmonologen.nl. Een betere voorbereiding hadden we niet kunnen wensen.

Kleurrijke verhalen
Via zijn uitgebreide netwerk had Rüdiger een viertal deelnemers gevonden die de uitgaans- en drugsscene van de late jaren tachtig en de vroege jaren negentig tot in al hun vezels hadden beleefd. Vier lijkt misschien weinig, maar onze ervaring leert dat dat juist een garantie is dat iedereen in een groepsgesprek voldoende aan bod komt. En deze vier hadden die ruimte ook echt nodig voor hun kleurrijke en zeer uitgebreide verhalen. Ze namen ons mee in hun jeugdjaren aan beide zijden van de Muur en elders in de wereld, hun ontdekking van de housemuziek, het bevrijdende gevoel van nachten doordansen met gelijkgestemden en het experimenteren met nieuwe middelen. Voor sommigen gebeurde dat in de context van bredere spirituele ontdekkingen, zoals het boeddhisme. Ze vertelden ons over specifieke clubs die voor hen als een soort ‘thuis’ waren geweest, en over hoe al die ervaringen van toen van betekenis zijn geweest voor hun verdere leven.

De sfeer van het begin behouden
Opvallend was dat naast het bekende middel MDMA (ecstacy), dat gewoonlijk met de housecultuur geassocieerd wordt, ook combinaties van LSD en speed populair waren om nachten op door te dansen. Ook wisten ze beeldend te schetsen hoe de housescene zich in een paar jaar ontwikkelde van alternatieve underground tot commerciële uitgaanscultuur. De alcoholindustrie wist zich via slimme marketingcampagnes de clubscene in te werken en cocaïne werd populairder. Door kleinere feesten te organiseren, of door natuurlijke drugs (‘Elixer’) te produceren als alternatief voor de coke, probeerden ze de sfeer van het begin te behouden.
Toen wij de deelnemers na afloop wilden bedanken voor hun tijd en hun prachtige verhalen, bleken zij omgekeerd ook ons dankbaar voor de gelegenheid om vrijuit te kunnen praten over wat ze in die jaren hadden beleefd. Dat tekent maar weer hoe ongewoon een open gesprek over drugsgebruik nog altijd is. We hopen dit gesprek met een aantal van deze mensen voort te zetten, met Rüdiger de resultaten van deze bijeenkomst te publiceren, en wellicht in de toekomst ook nieuw onderzoek met onze Duitse collega’s op te zetten.