Provadya? Schoorl

In 1970 werd een leegstaande boerderij aan de Voorweg in Schoorl omgetoverd tot de sociëteit Provadya? Haar oprichters waren een groep jongeren die op zoek waren naar een plek waar ze vrijuit konden leven en experimenteren. De boerderij werd al snel het centrum van de alternatieve gemeenschap in Schoorl. Samen met zeven andere Provadya sociëteiten werd een gratis popfestival georganiseerd in de Duinen, dat duizenden jongeren trok.
De sfeer die zo typerend was voor de tijd van hasj en wierook werd al snel verdrongen door een andere cultuur. Een van de oprichters, Bertus Medema vertelt “Op een gegeven ogenblik komen in de Provadya boerderij ook, laten we maar zeggen andere jongeren. Niet zozeer ‘wierook jongeren.’ Meer jongeren die graag een biertje lusten.” De gemeente had Provadya streng verboden om alcohol te schenken, toch besloten ze om zonder vergunning bier te gaan tappen. “Zodoende ging dus het stickie weg en kwam het bier ervoor in de plaats.” Zelfs de wierook verdween op gegeven moment, dit was een keerpunt voor de sfeer in de boerderij. Het bier bracht een nieuwe dynamiek in de soos. Waar Provadya voorheen vol zat met gezellige hippe jongeren die daar kwamen om te ‘relaxen’ met een joint, kwamen er nu steeds meer jongeren die zich onder invloed van alcohol rumoerig en agressief begonnen te gedragen.
Veel van de originele oprichters konden zich niet vinden in deze ontwikkeling, en uiteindelijk stopten ze ermee. Bertus Medema opende samen met andere jongeren in de boerderij een bar waar dag en nacht werd geschonken. Deze ‘Provadya Jongeren’ brachten de nacht door met sex, drugs en rock and roll. Ze stonden al snel bekend in Schoorl als ‘langharig, werkschuw tuig.’ Veel buurtbewoners waren ook doodsbang voor de Provadya jeugd. Op de vraag of dit terecht was antwoord Bertus: “Er gebeurden gewoon gekke dingen maar ja goed he, overal gebeurde wel wat rare dingen. Zo is dat gewoon.”
Provadya was ook een toevluchtsoord voor meisjes die ergens anders problemen hadden of die van hun thuis waren gevlucht. Ze konden altijd rekenen op een bed en onderdak, zonder dat iemand moeilijke vragen stelden. Eens per week werd er vergaderd, en verder was er geen sprake van organisatie.
“Voor de rest werd er gewoon gezeten, plaatjes draaien, shaggies roken, bier drinken, kaartje leggen en meer niet eigenlijk! Dat was de hele dag wat we deden en de een rookte wel een joint, de ander niet.” Maar de rust zou niet eeuwig blijven. Toen de uitkeringen van veel leden werden stopgezet gingen ze ‘s nachts op inbrekerspad.
“De spullen die gestolen werden die werden dan weer verhandeld in die boerderij. En platen werden er gestolen, die werden gewoon daar gedraaid. Zo werd er allemaal gewoon gedaan. Dat kon gewoon allemaal daaro en er was niemand die vroeg van: “He, hoe kunnen er ineens nu zomaar tweeduizend langspeelplaten staan hiero?” “Het zal wel van iemand wezen,” werd er dan gezegd.”
De gemeente en politie probeerden tevergeefs om de Provadya jongeren tot orde te roepen. Brieven werden in de kachel geworpen en ambtenaren werd verteld dat die brieven nooit waren aangekomen. Dan gingen ze weer weg, en de boerderij bleef netjes open. Wanneer er iemand aan de deur kwam van de gas, water of licht bedrijven werden ze doorverwezen naar toenmalig burgemeester Stronkhorst.
“Wij betaalde helemaal niets. We hebben nooit ene cent betaald aan de gemeente, aan huur en aan licht en water, helemaal niets. En dat werd allemaal zomaar door de gemeente gepikt, blijkbaar waren ze toch wel erg bang voor ons.”
Brieven werden gestuurd waarin werd gevraagd om de boerderij te verlaten, maar deze werden simpelweg genegeerd. Toen de gemeente dreigde om de Provadya boerderij met geweld te ontruimen, barricadeerden de jongeren zich in het gebouw. Ramen en deuren werden dichtgespijkerd, emmers met zoutzuur en brandblussers werden geplaatst in afwachting van de politie. Het lukte de agenten niet om binnen te komen, en zo lukte het Provadya om de boerderij ruim een maand lang gekraakt te houden.
Ergens nadat de boerderij werd verlaten is die afgebrand – naar het schijnt door leden van Provadya. Er werd een stichting in leven geroepen mede door Theo Voogt, genaamd de Oorsprong, die vindt dat de jongeren van Provadya die inmiddels op straat stonden recht hadden op een eigen jeugdhonk. De plaatselijke jongeren vonden tijdelijk opvang in directieketen en verveelden zich in en rond de openbare bibliotheek.
Er werd gedacht aan een nieuwe locatie in de kelder onder het Dorpshuis. Het stichtingsbestuur was alleen zo bang voor de jongeren van Provadya onder hun toneelzaal dat ze hun kelder vol hebben laten storten met beton.
Zo werd Provadya opgeheven. Een aantal jongeren had toen een woonboot gekocht en zijn gaan liggen op het Noord-Hollands kanaal waar ze verder gingen feestvieren, totdat de rijkswaterstaat ingreep.
Beluister het verhaal van Bertus Medema in deze Spoor Terug documentaire van de VPRO
Afbeelding: affiche voor de Provadya? avonden in Paradiso en Fantasio, die de inspiratie vormden voor Provadya? centra in het hele land, waaronder ook in Schoorl. Met dank aan de website www.nederbeat.nl
Tekstuele bijdrage voor deze locatie: Steef Blok.