De Zeedijk
Vooral op de kop van de Zeedijk, dichtbij de Prins Hendrikkade, maar in de hele straat tot aan de Nieuwmarkt, ontstond begin jaren zeventig een levendige ‘open drug scene’. Heroïne werd verkocht op straat en vanuit café’s als Emile’s Place, Omars Place, en Het Winkeltje; aan kopers uit Amsterdam en maar ook van daarbuiten: omliggende dorpen en steden, maar ook aan kopers uit het buitenland. In de internationale pers stond Amsterdam bekend als “heroin highway” van Europa.
De politie en het gemeentebestuur probeerden de scene te bedwingen met harm reduction maatregelen als laagdrempelige methadonverstrekking via bussen en wijkposten; en door de heroïnecafé’s op de Zeedijk te sluiten en heroïnecafé’s te gedogen elders in de stad. Daar mocht echter alleen gebruikt worden, niet gedeald.
Dit “spreidingsbeleid”, dat rond 1980 werd vormgegeven, leidde niet meteen tot het verdwijnen van de Zeedijk scene. De heroïnecafés in de wijken waren geen succes en werden na een aantal jaar weer gesloten. De methadonverstrekking nam sterk toe, maar het spul kwam ook op de illegale markt terecht en sommige gebruikers verkochten hun methadon voor coke of heroïne. Medio jaren tachtig kreeg de politie extra bevoegdheden om op te treden tegen drugsoverlast. De Stichting Herstel Zeedijk probeerde met succes om het ondernemerschap in de verloederde straat weer terug te brengen.
In de loop van de jaren tachtig en negentig verdween langzaam de open drugs scene die lange tijd het imago van de stad bepaalde.
Foto: Stadsarchief Amsterdam, maker Frans Busselman