Ga naar de inhoud
Cocaïne: Berlijns zedenbeeld
Coen Hissink; Johan Coenraad Hissink (Kampen, 5 oktober 1878 - Neuengamme, 17 december 1942).Toneelspeler..*1918

Beschrijving via Jan Konst, ‘Coen Hissink over een Berlijnse Gay Bar’ (Link):

Coen Hissink was een veel gevraagd (film)acteur. Hij heeft tussen 1910 en 1925 frequent samengewerkt met de eveneens buiten Nederland succesvolle regisseur Theo Frenkel, die van moederszijde met het beroemde theatergeslacht Bouwmeester verwant was. Frenkel opereerde internationaal en maakte niet alleen (stomme) films voor studio’s in Engeland, maar tussen 1912 en 1925 (met een onderbreking tijdens de oorlogsjaren 1914-1918) kwam het in samenwerking met filmateliers in Berlijn ook tot een groot aantal Nederlands-Duitse coproducties. Tot de belangrijkste Berlijnse films van Frenkel behoren Alexandra (1922) en Frauenmoral (1923) – in beide werken vertolkte Coen Hissink grotere rollen.

Zijn Berlijnse filmervaringen heeft laatstgenoemde verwerkt in het boek Cocaïne. Berlijns zedenbeeld (1928). Het hoofdpersonage van deze roman is een jonge acteur die meemaakt hoe tijdens de opnamen in een Berlijnse studio – die ïnspireerd lijkt door de beroemde Universum Film AG (Ufa) – nog op de set de steractrice en filmdiva Ilona overlijdt. Uiteraard wordt er die dag niet verder gefilmd en samen met twee jonge elektriciens, die de herenliefde zijn toegedaan, belandt hij in het Berlijnse nachtleven. Eerst eten ze gedrieëlijk in een etablissement aan de Kurfürstendamm, dan bezoeken ze een homobar en de avond eindigt bij een prostituee in wie de jonge acteur Ilona denkt te herkennen, ongetwijfeld onder invloed van de cocaïne die hij rijkelijk tot zich genomen heeft.

Op deze manier geeft de roman van Hissink een indruk van het vrijgevochten en tolerante Berlijn van de jaren twintig. Dat deze vrijheid en tolerantie in Duitsland evenwel geen blijvend karakter zouden hebben, heeft de auteur zelf op schrijnende wijze moeten ervaren. Tijdens de Tweede Wereldoorlog werd Hissink door de nazi’s gevangen genomen en gedeporteerd naar het concentratiekamp Neuengamme in Hamburg, waar hij in 1942 overleed.