Drugs als zelfmedicatie

In de verhalen die we verzamelen bij Drugs Monologen zien we onder meer hoe mensen drugs gebruikten als persoonlijke uitweg uit problemen. Zelfmedicatie, ook wel ‘do it yourself’ medicatie genoemd, is het gebruik van stoffen zonder recept of doktersconsult, op eigen initiatief, in een poging om symptomen te verlichten of gezonder te worden. Bij psychische problematiek gaat het vaak om zelfmedicatie met bewustzijnsveranderende (psychoactieve) stoffen. Dat kan variëren van alcohol of psychiatrische medicatie als slaaptabletten of Ritalin, tot psychedelica, cocaïne, heroïne of MDMA. Al die middelen kunnen mensen volgens de zelfmedicatie-hypothese gebruiken in een poging angstgevoelens, stemmingsstoornissen of psychotische verschijnselen te verminderen.
Sommige verhalen laten zien hoe drugs mensen door moeilijke periodes kunnen helpen. Zo beschrijft een verteller hoe XTC een uitweg werd uit isolement. Dat isolement begon tijdens diens jeugd, getekend door een vader die leed aan burn-outs en alcoholisme:
“De invloed hiervan uitte zich vooral in mijn zelfvertrouwen. Als kind compenseerde ik dat door overdreven gedrag. Ik wilde altijd de grappigste van de klas zijn, soms ten koste van anderen. Alles om mijn eigen onzekerheid te maskeren. Natuurlijk stootte ik daarmee vooral mensen af in plaats van echte vrienden te maken. Mijn schoolprestaties leden er ook onder, omdat ik voortdurend de drang voelde om me af te zetten of juist aandacht te genereren.”
Tijdens de periodes daarna verergerden de problemen. Eenmaal volwassen leidde de verteller een teruggetrokken leven, nauwelijks in contact met de buitenwereld. Dat veranderde nadat die door een collega was overgehaald om mee te gaan naar een groot trancefeest en het idee ontstond om XTC te proberen:
“Tot dat moment had ik geen enkele ervaring met drugs – zelfs sigaretten en alcohol konden me nooit boeien. Maar toen dacht ik: Fuck it, ik heb niks te verliezen. Die avond betekende de start van een grote verandering in mijn leven. Het voelde als een vorm van therapie. Het geluk dat ik al jaren miste, overspoelde me ineens. Ik vergat alles waar ik me altijd zo druk om maakte. Niet alleen maar in je hoofd leven, maar buiten jezelf treden en gewoon genieten.”
Na een jaar stopte de verteller met het gebruiken van xtc en zette zichzelf weer op de rails. “Nu, een halve eeuw verder, kijk ik met trots en plezier terug op de afgelopen 25 jaar. Geen moment heb ik spijt gehad van mijn XTC-gebruik. Het heeft me geholpen om mezelf te bevrijden uit mijn depressiviteit en meer zelfvertrouwen te krijgen.”
Tegelijkertijd krijgen we ook verhalen binnen waarin zelfmedicatie juist negatieve uitwerkingen had. Een indringend relaas over cannabisgebruik begint als een verhaal van jeugdige experimenten: “Ik was veertien jaar, in 1992. De eerste keer naar de coffeeshop met mijn beste vriendin. Zouden we het meekrijgen? Je moest eigenlijk zestien zijn, en we stonden daar in onze tuinbroekjes. En we kregen het mee. We draaiden. Ik draaide de joint, want we rookten al sjekkies sinds een jaar. En we rookten op straat. Kregen een ontzettende lachkick, en het was hartstikke leuk.”
Maar wat begon als een spannend experiment, werd al snel een vlucht uit een moeilijke thuissituatie: “Blowen was voor mij wel een veilige haven, waar ik in opging met muziek op mijn kamer, mijn eigen wereld, om me fijn te voelen. We hadden een stiefgezin, dus een samengesteld gezin, en elke dag heel veel ruzies waar ook ik vooral bij betrokken was.”
De verslaving sloop er langzaam in: “Op een gegeven moment voelde het al gauw niet meer fijn, en was ik gewoon verslaafd. Ik deed een schoolkeuze maar die beviel niet. Ik zag de stage helemaal niet zitten. Ik was zestien. Ik blowde heel veel. Van ’s ochtends, na mijn krantenwijk om zeven uur ’s ochtends, tot ’s avonds laat, meestal wel rond de zeven joints per dag.”
Op den duur leidde dat tot verschillende problemen. Bijvoorbeeld lichamelijk: “Ik hoestte me compleet kapot, en alle kleuren van de regenboog kwamen eruit qua slijm. Dat heeft echt aangehouden tot, ja, jarenlang. Ik moest soms beneden slapen omdat ik anders mijn moeder wakker hield met mijn gehoest, mijn chronische bronchitis.” Maar ook als het ging om opgroeien: “Bijna zeven jaar van mijn jeugd geweest deze verslaving, waarin ik emotioneel niet echt ontwikkelde.”
Nu, jaren later, kijkt deze verteller met negatieve gevoelens terug op al dat cannabisgebruik: “Nu ben ik 46. Ik kan het niet meer ruiken, ik vind het een verschrikkelijke geur, het heeft een nare herinnering. Zoveel leugens. Vergooide gezondheid. Te weinig ontwikkeling in de jaren waarin ontwikkeld moet worden. Weggegooid geld.”
De verzamelde verhalen tonen een breed spectrum aan ervaringen met drugs als zelfmedicatie. Voor sommigen werkt het tijdelijk als een uitweg uit depressie of trauma, zoals de XTC-gebruiker die ervan groeide in zelfvertrouwen. Voor anderen, zoals de cannabisgebruiker, biedt het eerst plezier en verlichting maar leidt het uiteindelijk tot jarenlange verslaving en gezondheidsschade. Het zijn slechts twee voorbeelden van talloze verhalen van mensen die zochten naar manieren om met psychische problemen om te gaan. Deze persoonlijke geschiedenissen laten zien dat de drugsgeschiedenis over veel meer gaat dan alleen genot of verslaving. Ze tonen hoe veelzijdig en verweven met het dagelijks leven drugsgebruik kan zijn. Om deze complexe relatie van mensen tot roesmiddelen door de decennia heen te begrijpen, is het belangrijk om in de verhalen over drugs in al hun variëteit te blijven verzamelen en delen.
Wil je ook een verhaal anoniem of openlijk delen over de positieve, negatieve, of ambivalente betekenis die roesmiddelen voor je hadden? Dat kan via https://app.drugsmonologen.nl/